De Twaalf Heilige Nachten, 

van 25 december (Kerstmis) tot 6 januari (Driekoningen).

Als geen andere plant past de kerstroos bij de Kerstperiode. Over de kerstroos doen vele legendes de ronde.  

Het dochtertje van één van de herders wilde de pasgeboren Jezus een geschenk geven. Het kleine meisje was echter zo arm, dat ze niets had om weg te geven. Ze probeerde een bloempje te vinden op de velden , maar dat was tevergeefs, elk groen was bedekt door een dik pak sneeuw. Een engel die medelijden had met het kind, daalde uit de hemel neer en beroerde met zijn vleugels de sneeuw. Overal kwamen kerstrozen op uit de aarde. Het meisje plukte hiervan een grote bos en bracht deze naar het kindje Jezus. 

Een Zweedse legende uit de Middeleeuwen verteld over een abt die het wonder van de kersttuin in het donkere roversbos wil meemaken. Uiteindelijk breekt de Kerstnacht aan. In het donker verschijnt plotseling licht, steeds meer licht, de natuur bloeit op, allerlei planten en bloemen komen te voorschijn. Dan ebt het allemaal weer weg. Maar een abt die getuige is, plukt één plant en die blijft daardoor bestaan. Het is de Kerstroos. (https://www.vrijescholennh.nl/uploads/arhbergen/lpi_20121214_de_legende_van_de_kerstroos.pdf)

Sint Nicolaas, 5 december.

Het verhaal van Sint Nicolaas.

Historisch gezien zijn er weinig feiten over Sint Nicolaas bekend, maar legenden zijn er des te meer. Waarschijnlijk is Nicolaas rond 280 na Christus geboren bij rijke en vrome ouders in de stad Patara in Lycië (dit ligt aan de westkust van het huidige Turkije, maar werd toendertijd bevolkt door de Grieken). Na hun dood was Nicolaas een rijk man. Zijn buurman, van goede komaf, was daarentegen straatarm en had drie dochters. Hij zag geen andere uitweg dan zijn dochters als prostitué te laten werken, om zo zichzelf en zijn dochters in leven te kunnen houden. Toen Nicolaas dat vernam, wikkelde hij een klomp goud in een doek en gooide die 's nachts door het raam bij de buurman naar binnen. De volgende ochtend vond de man de klomp goud van onbekende oorsprong, dankte God en gebruikte het goud als bruidsschat voor zijn oudste dochter. Hetzelfde gebeurde nog tweemaal en ook dit goud werd gebruikt voor een huwelijk voor zijn andere twee dochters. De derde maal kwam de buurman erachter dat Nicolaas zijn grote weldoener was en was vol dankbaarheid naar hem toe. Nicolaas wilde hier echter niets van weten en liet hem beloven zijn gulle gave geheim te houden. De taai-taai poppen en chocolademunten die we de kinderen schenken met het Sinterklaasfeest, verwijzen naar dit verhaal. Er zijn vele legenden bekend over Sint Nicolaas, velen gaan over hem als wonderdoener en als kindervriend. Hij was bisschop van Myra in de eerste helft van de 4e eeuw en overleed in 340 na Christus.

Sint Maarten, 11 november.

Het verhaal van Sint Maarten.

Het is een zeer strenge winter in het jaar 332. De 16 jarige Martinus, soldaat en leerling in het christelijke geloof, ontmoet bij de poorten van Amiens een naakte, bijna bevroren bedelaar. Als de bedelaar om een aalmoes vraagt, snijd hij met zijn zwaard zijn mantel in tweeën en geeft de helft aan de bedelaar. Die nacht verschijnt in een droom Christus, met de halve mantel van de bedelaar om. Hierop besluit Martinus zich te laten dopen, verlaat het leger en wijdt zijn verdere leven aan het geloof.

Op 11 november gaan de kinderen in het schemerdonker, terwijl ze Sint Maartenliedjes zingen, met hun lantaarn langs de deuren en krijgen dan iets lekkers.

Oorspronkelijk begon op 11 november de veertig daagse voorbereiding voor het kerstfeest. Op deze dag doet ook het wichtelmannetje zijn intrede in de skandinavische landen.